Het woord ‘Hatha’ komt uit het Sanskriet van de woorden ‘Ha’ (zon) en ‘Tha’ (maan). Deze twee worden gezien als tegenpolen. Net zoals lichaam en geest, licht en donker, binnen en buiten ook tegenpolen zijn.
Het woord ‘Yoga’ is afgeleid van het woord ‘Yug’ (ook Sanskriet) en dit betekent verbinding. Het lijkt wel wat op het woord juk (de balk die vroeger op de schouders gedragen werd om bijvoorbeeld twee emmers te kunnen dragen). Het gewicht aan beide kanten is in evenwicht. Je zou kunnen zeggen dat Yoga zowel verbindt als evenwicht brengt. Hatha Yoga brengt evenwicht in lichaam en geest en zorgt ook voor de verbinding tussen beide.
Hatha Yoga is een van de oudste yogavormen en heeft vele facetten.
Een van de bekendste onderdelen hiervan is bijvoorbeeld het doen van bepaalde houdingen (Asana’s), waarbij de ‘Boomhouding’ (Vrksasana) en de ‘Lotushouding’ (Padmasana of Siddhasana) bekende voorbeelden zijn.
Ook Ademhalingstechnieken (Pranayama) en Meditatie zijn facetten van Hatha Yoga.
Verder zijn normen en waarden (Yama, dat wat je niet doet en Nyama, dat wat je wel doet) ook onderdeel van Hatha Yoga. Tenslotte zijn er nog een aantal facetten die in elkaar overlopen, zoals het “in jezelf naar binnen keren” (Pratyahara), waarbij je al je zintuigen naar je binnenste richt en de concentratie (Dharana), meestal gericht op de ademhaling. Voorgenoemde zeven facetten zijn bedoeld om uiteindelijk de buitengewone zijnservaring (Samadhi) te ervaren.
Al deze facetten worden ook tezamen wel het achtvoudig Yogapad genoemd. Ze komen allemaal in meer of mindere mate aan de orde in de lessen.